Interview Joke Snippe, nieuwe voorzitter Raad van Toezicht

Joke is een rasbestuurder. Van basisonderwijs tot hoger onderwijs, van VO tot MBO; op alle niveaus heeft ze uitgebreide bestuurs- en toezichtservaring. Ook bij OMO. Vier jaar geleden trad ze toe tot de Raad van Toezicht. Sinds 1 juli is ze hiervan voorzitter. 

Wat trok je vier jaar geleden aan om in de Raad van Toezicht toe te treden?
“OMO is een hele interessante onderwijsinstelling. Niet alleen groot maar ook met een duidelijk eigen karakter. Het is mooi om te zien dat zoveel scholen, verspreid over heel Brabant, zich verenigd hebben en zich ook echt verbonden voelen met OMO. Hoe zorg je ervoor dat iedere school haar eigenheid en kwaliteit kan bewaken en zij zich ook thuis blijven voelen onder diezelfde paraplu? Hoe zorg je ervoor dat ze er nog meer uithalen? Dat maakt het boeiend.”

Wat voor een club ben je tegengekomen?
“Wat me vooral opvalt is de bevlogenheid van nagenoeg alle mensen die ik bij OMO ontmoet. Ook het samen-gevoel. Natuurlijk hebben scholen ook hun eigenheid, maar de wil om van elkaar te leren en elkaar te helpen is groot. En dat zorgt voor een fijne en inspirerende werkomgeving. De term ‘samenkracht’ die OMO nadrukkelijk gebruikt vind ik heel treffend. Samen ben je sterker dan in je eentje. Misschien ga je alleen sneller, maar samen kom je verder. Die samenkracht wil OMO verder onderzoeken, ontdekken en inzetten. Daar wil ik graag onderdeel van zijn.”

Wat draagt de Raad van Toezicht daaraan bij? 
“We doen meer dan puur toezicht houden alleen. Een belangrijk rol is bijvoorbeeld dat we sparringpartner zijn van het bestuur. Meedenken. We zijn met z’n achten en we hebben portefeuilles verdeeld. Ik was afgelopen jaren de voorzitter van de onderwijscommissie. Ook het inzetten van onze netwerken gebeurt steeds nadrukkelijker.” 

Welke veranderingen zie je gebeuren?
“Het onderwijs staat natuurlijk voor fikse uitdagingen. Het lerarentekort, de krimp van leerlingaantallen, de digitalisering, de rol van social media, de opkomst van AI, noem maar op. Hoe spelen we daar op in? Je moet het in ieder geval niet wegduwen of ontkennen; we moeten er iets mee. Neem de invloed van social media. Die is onvoorstelbaar groot. Continu zijn jongeren zich aan het vergelijken en vragen zich af of ze wel voldoen. Wat mij betreft is het de taak van het onderwijs om kinderen ook hun eigen, autonome kracht te laten ontdekken. Alles bij elkaar verwacht ik dat het onderwijs komende jaren grote veranderingen zal ondergaan.” 

Koers 2030 van OMO speelt hier op in natuurlijk?
“OMO erkent wat er allemaal speelt en dat er een flinke slag nodig is richting ontwikkelgericht onderwijs en ook ontwikkelgericht organiseren. Daar is Koers 2030 op gebaseerd, een goed plan dat wij als RvT van harte ondersteunen. Er is flexibiliteit nodig om in te kunnen spelen op veranderingen in de samenleving. Dat moet je organiseren op schoolniveau en verenigingsniveau. Systemen, processen, lesmaterialen; alles moet op een slimme manier afgestemd worden op die flexibele aanpak. En hoe dat precies moet? Dat gaan we samen met de scholen ontdekken en vormgegeven.” 

Ook het bestuur van OMO wordt aangepast
“We hebben nu een tweekoppig bestuur. Als je kijkt naar wat er allemaal op ons af komt; dan vraagt dat heel veel bestuurlijke kracht. Als je al het werk met voldoende aandacht wil doen is extra bestuurlijke capaciteit noodzakelijk. Vandaar hebben we als Raad van Toezicht besloten om het bestuur aan te vullen met een extra bestuurder.”

De wervingsprocedure loopt hiervoor. Maar alles bij elkaar wordt de volledige top vernieuwd op korte termijn.
“We hebben naar de lopende bestuurstermijnen gekeken en de opvolging. We starten met de werving van een nieuwe voorzitter. Daarna volgt de rest waarbij we zorgen dat er een geleidelijke overgang is met een goede overdracht. Uiteindelijk hebben we medio 2026  een compleet nieuw en uitgebreider bestuur.”

Tot slot, OMO is een echte Brabantse organisatie. Jij komt van boven de rivieren. Wat heb je met Brabant?

“Meer dan je zou denken. Hier woont m’n schoonfamilie. Ik ben dertig jaar getrouwd met een Brabander. Ik heb er ook een tijdje gewerkt. Ik voel me hier thuis en ik geniet van de manier van werken zoals ik die bij OMO ben tegengekomen; zo gedreven en gemotiveerd. Een fijne club mensen. Ik heb een groot hart voor OMO.”