Hemelvaart: uit het oog, maar niet uit het hart
Uit diverse landelijke onderzoeken blijkt dat veel mensen niet meer weten wat Hemelvaart en Pinksteren als christelijke feest inhoudt. Vaak geven mensen me aan dat ze die feesten ook moeilijk te begrijpen vinden. Dat is ook niet zo raar, maar het kan wel degelijk, zo bleek afgelopen weken weer op een viertal basisscholen en op het d'Oultremont College.
De afgelopen weken mocht ondergetekende gastlessen over Hemelvaart geven op vier katholieke basisscholen. Een leerling had aan de juf gevraagd wat dit feest betekende en zij verwees door naar de gastles van 'meneer Bill'. Op onze middelbare school kreeg ik soortgelijke reacties.
Niet uit het hart
In de gastlessen legde ik Hemelvaart uit aan de hand van het gezegde: Uit het oog, maar niet uit het hart! In het verlengde hiervan vroeg ik wie er al een dierbare was verloren door overlijden. Bijna alle leerlingen hadden wel een of meer dierbaren verloren en ook de aanwezige juf of meester gaf dat aan. Toen ik vroeg of ze nog wel eens aan deze overledenen dachten, stak iedereen enthousiast de vinger op. Gevolgd door heel veel ontboezemingen. Blijkbaar leven al deze overledenen nog diep in het hart van deze jonge mensen: uit het oog door de dood, maar niet uit het hart. Zo is het ook met Jezus, ook hij leeft voort in de harten van miljoenen en miljarden christenen, al 2000 jaar lang.
Verbondenheid
De hemel is de dimensie waar we met elkaar verbonden zijn over alle grenzen heen, ook over de grenzen van de dood heen. Dit hebben we uitgebeeld met een heel groot hart waarin alle namen kwamen te staan van allen die we missen. Dat was zo mooi: opa's, oma's, neef, nicht, zelfs een vader, ooms, tantes, buurman of buurvrouw, maar ook dierbare dieren werden genoemd. Toen ik vroeg wie wel eens een kaarsje had aangestoken voor een dierbare overledene, kwamen bijna alle vingers enthousiast omhoog.
Kaarsjes aansteken
Prachtig dat dit zo leeft, heel veel leerlingen kenden ook kapelletjes en kerken waar ze kaarsen hadden zien branden of zelf hadden mogen aansteken voor een dierbare overledene. De Bossche Sint Jan met de prachtige Mariakapel hoorde daar natuurlijk ook bij, maar ook de kapel van de Wonderbare Moeder in Elshout, de kapel in de verbouwde kerk in Oud-Heusden en de kapel in de toren van de Vliedberg. Sommigen hadden zelfs in buitenlandse kerken en kapellen kaarsjes aangestoken!
Magisch
Het was prachtig om te zien hoe ontroerd de leerlingen hierover vertelden. Soms werd een leerling verdrietig en dan troostten de leerlingen elkaar. Een prachtig pedagogisch klimaat waar de geest van Pinksteren zijn werk doet, magisch noemen mijn havo-3-B leerlingen dat.
Toen ik dit verhaal aan hen voorlas, volgde er een spontaan applaus. Ook dat is een stukje hemel op aarde.
Ha, heerlijk Pinksteren, van LAM naar LAMBERTUS!
Ha, het is bijna Pinksteren (Pentecostes = 50), daar komt dat enthousiasme vandaan: Pinksteren: 49 én 1 = 50 . Pinksteren is dus symbool van oneindige liefde en vergevingskracht. Het symbool staat voor een extra kans en het bestaat uit 49 bolletjes (7 x 7). Dat betekent al oneindig, daarom de ’plus een’, omdat oneindig nog steeds niet goed genoeg is (gemaakt door Floyd van de Veerdonk, zie onder afbeelding).
Enthousiasme komt uit het Grieks (en = in theos = God, ἔν θεος, enthousiázein, ενθουσιαζειν: in goddelijke vervoering zijn, sinds 1566 in het Nederlands, sinds 1788 niet meer religieus). Met een beeldspraak: in (goddelijk) vuur en vlam.
Denk aan het Pinkster-wonder, toen de bange apostelen opeens de KRACHT van de Geest kregen in de vorm van vurige tongen en wind in de rug.
De ooit zo bange Petrus (drie keer verloochende hij Jezus) kwam zo enthousiast naar buiten, dat men dacht dat hij dronken was: “Petrus toch, het is nog geen middag en je bent al dronken”. “Dat klopt”, zei Petrus, “ik ben dronken van Gods liefde”.
Enthousiasme gaat zo diep, dat men dacht dat het van God kwam, men was als het ware ‘bezeten’ (maar dan in de goede zin, zoals wij zeggen dat we soms ‘helemaal weg van iemand zijn’).
In de lijn van Petrus ben ik graag soms even 'gek' en dolenthousiast. Toen ik een paar leerlingen over Pinksteren vertelde zij een van hen: "Nog veel succes met uw werk! Wat leuk dat u zo enthousiast bent voor Pinksteren."
Wonder boven wonder, de betreffende jongen heeft als achternaam: VAN PINXTEREN (met grote instemming van betreffende boomlange leerling uit vwo-4).
Veel mensen vinden Pinksteren een vaag verhaal. Maar als ik mijn leerlingen (PO of VO, dat maakt niet uit) vraag naar bepaalde sportervaringen, dan snappen ze het allemaal. Omdat we hier veel Lambertuskerken hebben, bespreek ik dat onder het motto: "Lam of Lam-bertus'. Dan vraag ik de leerlingen wie er wel eens een lamme eerste helft gespeeld heeft waarbij de tegenstander hen overklaste. Dan gaan de vingers omhoog. Voordat de vingers kunnen dalen, vraag ik dan: "Wie heeft het beleefd dat je in de tweede helft je tegenstand alsnog hebt ingemaakt?"
Zo mogelijk nog enthousiaster steken ze hun handen in de lucht en dan komen de spannende verhalen. Ineens was er blijkbaar energie, ineens was er wel teamspirit! Over die SPIRIT gaat Pinksteren. Die lamme leerlingen, Petrus voorop, kregen ineens spirit en stonden in vuur en vlam: alsof ze de wind in de zeilen hadden. Die taal snappen al mijn leerlingen, dat hebben ze zelf meegemaakt. Voor die SPIRIT bestaat geen formule, maar het is er wel en je kunt je ervoor openstellen. En als het je of je ploeg overkomt, is dat een dankbare ervaring. Zeker als je met die spirit kampioen wordt (zoals zo vaak verteld).
Deze kracht is de PINK-kracht, die ik symboliseerde met een roze gekleurde opgestoken pink. Al gauw mocht ik honderden leerlingen ‘pinken’: symbool van waardering voor ieders eigen en onze gezamenlijke kracht en inspiratie.
Graag wens ik iedereen die spirit, die teamspirit toe. In die geest een Zalig Pinksteren met oneindig veel nieuwe kansen!
Met dank aan al mijn geweldige leerlingen PO en VO,
Bill Banning